Kan Web3 de macht van big-tech platforms breken?

Een decentraal internet kan de online machtsbalans helpen herstellen

Talloze partijen werken aan een nieuwe ‘versie’ van het internet, aangeduid als Web3. Hiermee zouden makers en consumenten meer controle kunnen (terug)krijgen over hun eigen creaties en over hun eigen persoonlijke data. Web3 zou de macht van grote centraal-geleide techplatforms zoals die van Amazon, Google en Facebook kunnen breken. Is dit de toekomst van het internet of is het een droombeeld van een utopisch, open en vrij internet, dat al sinds het begin van het internet bestaat maar al vaker is ingehaald door de realiteit?

Wat is Web3?

Web3 is een nieuw ‘ontwerp’ van het internet waarbij data, software en diensten niet op een paar centrale plekken worden opgeslagen (zoals de ‘clouds’ van Amazon, Google en Microsoft), maar gedistribueerd, op heel veel verschillende plekken verspreid over een groot netwerk van computers. De filosofie hierachter is dat geen enkele individuele partij zo controle kan uitoefenen over die data.

Bij Web3 worden de voorwaarden en afspraken voor transacties vastgelegd in een ‘protocol-laag’ die onderdeel uitmaakt van het internet zelf. Dat kan goed nieuws zijn voor consumenten, gebruikers en makers. In die laag kan bijvoorbeeld het eigenaarschap van data en content worden vastgelegd. Hiermee kunnen gebruikers, makers en consumenten eigenaar blijven van hun data en zelf bepalen met wie ze die delen en onder welke voorwaarden. Dit is een belangrijk uitgangspunt voor nieuwe vormen van identificatie en authenticatie die momenteel in ontwikkeling zijn onder de noemer Self-Sovereign Identities (SSI). Nu zijn deze data doorgaans eigendom van de aanbieders van de platforms en de diensten die bedrijven en consumenten gebruiken, zoals Google, Amazon, Salesforce en Facebook.
Data en digitale content kunnen een uniek nummer krijgen waarmee een origineel weer te onderscheiden is van een kopie, iets wat door digitalisering op het internet was verdwenen en digitale piraterij in de kaart speelde. Makers en artiesten krijgen daardoor betere mogelijkheden om hun werk te exploiteren bijvoorbeeld door gelimiteerde oplages en door het onbetaald kopiëren en verspreiden van hun werk tegen te gaan. Digitale echtheidscertificaten hebben inmiddels een impuls gegeven aan de handel in digitale kunstwerken en exclusieve voorwerpen, de zogenoemde Non Fungible Tokens (NFT).

Hoe kan Web3 de macht van platforms breken?

Het is de wens van veel Web3-idealisten dat het gedecentraliseerde internet ook de macht van de grote platforms zal breken. Deze platforms ontlenen hun marktmacht immers aan de integratie van talloze producten en diensten rondom een centrale marktplaats.

Hierbij leveren de platformaanbieders de infrastructuur waarop diverse vraag en aanbod samenkomen en ze bepalen tevens de ‘governance’, de spelregels en voorwaarden waarop gehandeld mag worden. Hieraan gekoppeld leveren ze ondersteunende diensten zoals reputatiesystemen, betaaldiensten, voorraadbeheer, klantprofielen, distributie en customer insights. En in ruil voor dit alles moeten gebruikers van het platform een ‘fee’ betalen, die bijvoorbeeld bij Apple en Google kan oplopen tot 30% van de verkoopprijs. Iets waar een groeiende weerstand tegen is.

Consumenten betalen vaak ook met hun data, die eigendom worden van het platform – wat platformaanbieders eveneens een strategisch voordeel oplevert in de markt. Succesvolle platforms weten gebruik te maken van een ‘winner-takes-all’ principe waarbij ze een strategische positie, bijna monopoliepositie, verwerven in de toegang tot markten.

“Web3 kan de macht doorbreken doordat het de gebundelde onderdelen van een platform, namelijk het marktbeheer (governance) en de marktinfrastructuur inclusief de bijbehorende diensten, van elkaar loskoppelt.”

Blockchain boekhouding

Het marktbeheer vindt decentraal plaats in de ‘protocol-laag’ van Web3 en hoeft niet langer via een platform als centraal knooppunt te worden verzorgd. De verificatie van (de echtheid en betrouwbaarheid van) aanbieders en vragers en het bijhouden van de transacties (betalingen), vindt dan plaats in het netwerk zelf, bijvoorbeeld via een centrale boekhouding zoals die bij blockchains worden gebruikt.

Iedere aanbieder en ieder ecosysteem van bedrijven kan, gebruikmakend van de protocol-laag, zelf een infrastructuur bouwen en bijbehorende diensten ontwikkelen. Wanneer al deze diensten uitgaan van dezelfde afspraken, kunnen ze geautomatiseerd en naadloos met elkaar samenwerken. Wie een product of dienst wil verkopen aan een klant hoeft dus niet langer gebruik te maken van het geïntegreerde aanbod van een platformaanbieder maar kan kiezen uit verschillende aanbieders.

Web3 kan zo een grotere concurrentie op gang brengen tussen bouwers van infrastructuur en diensten. Bedrijven en consumenten kunnen kiezen uit meerdere verschillende aanbieders, bijvoorbeeld een voor reputatiesystemen, of zoekmachine, een ander voor planning en weer een ander voor logistiek en distributie. Meer concurrentie leidt dan tot lagere kosten voor de diensten, dus goedkopere transacties.

En als verschillende diensten allemaal gebruikmaken van dezelfde afspraken (interoperabel), kunnen gebruikers gemakkelijker schakelen tussen verschillende diensten, bijvoorbeeld tussen TikTok en YouTube, en tussen Whatsapp en Signal of Twitter en Facebook – iets wat op dit moment onmogelijk gemaakt wordt door de platformaanbieders. De gebruikersprofielen, persoonsgegevens en reputaties, hoeven niet langer gekoppeld te zijn aan een account bij een van de platformen maar worden op andere plaatsen bewaard, decentraal en met meer controle voor de klant of consument. Zo kan Web3 de macht van de grote geïntegreerde platforms breken.

Wishful thinking?

Tot zover het ideale scenario van de Web3-voorstanders die al vanaf het begin een open internet voor zich zien waarin iedereen wereldwijd zich vrij kan bewegen, uiten en handeldrijven, met volledige transparantie, behoud van privacy en veiligheid. Toch is de praktijk tot nu toe anders gebleken. Het is niet toevallig dat het internet zich op de huidige manier ontwikkeld heeft. Deze manier wordt immers niet zozeer gedreven door technologie maar door zakelijke belangen (een verdienmodel voor het ‘gratis’ internet) en overheidswensen (tegengaan schadelijke content en desinformatie).

Bedrijven en consumenten hebben behoefte aan overzicht en zoeken naar ankerpunten: partijen die ze kunnen vertrouwen, partijen die veilige en stabiele diensten leveren. Er wordt nu al gewezen op de wildgroei aan cryptomunten, dus protocollen die de interoperabiliteit van diensten en een snelle start van Web3 in de weg staat. Het is een reële verwachting dat er een consolidatie komt waarbij enkele toonaangevende en betrouwbare sleutelspelers overblijven. Maar dat brengt ons terug in een vergelijkbare situatie als bij de huidige platformeconomie, met maar een handvol grote spelers met gigantische invloed. Kijk naar de rol die Meta wil spelen op het. gebied van Web3 en de eigen munt (de Lira) die het aan het ontwikkelen is.

De kans is groot dat de huidige BigTech-bedrijven ook een dominante rol gaan spelen bij de ontwikkeling van Web3

Bovendien moeten deze spelers ook een belang hebben om te investeren in nieuwe, dure technologieën: er moet wat te verdienen zijn voor ze. De waardestijging van een cryptomunt (token), zou een belangrijke beloning kunnen zijn voor de ontwikkelaars, beheerders en investeerders in een bepaalde blockchain. Het koersverloop van de cryptomunten is echter allesbehalve transparant en zeker nu ze volop verhandeld kunnen worden, ook onderhevig aan grillige koersschommelingen. Speculaties en geruchten kunnen dit verder voeden. Verder zijn de cryptomunten en tokens voor gebruikers en toezichthouders een onoverzichtelijke bijna ondoorgrondelijke wereld. Dit alles kan de stabiliteit en betrouwbaarheid van Web3 enorm ondergraven en leiden tot meer chaos.

Trusted third parties

Verder kleven er nogal wat haken en ogen aan de blockchain-technologie (distributed ledger technologies), die lastig op te schalen is, te traag is voor het afwikkelen van grote hoeveelheden transacties en ook nog eens bergen energie slurpt. Bovendien is gebleken dat blockchains wel degelijk manipuleerbaar zijn wanneer bepaalde partijen een te groot aandeel erin krijgen

Gezien de nadelen van blockchains wordt er nadrukkelijk ook gewerkt aan alternatieven, zoals decentrale databases met gedeeld toezicht. Hier is dan een rol voor trusted third parties (TTP) die certificaten uitgeven en de betrouwbaarheid controleren. Wellicht kan dit een belangrijke pijler worden voor Web3.

Misschien is dit wel het meest interessante aan de ontwikkelingen rond Web3, dat er een rol kan ontstaan voor onafhankelijke ‘derde partijen’ die zich zuiver richten op het bouwen van vertrouwen, het verzorgen van eerlijke en transparante transacties – los van het aanbieden van platforms en overige diensten. Een soort transnationale arbiters, rechters of notarissen als neutrale intermediairs en uitgevers van certificaten. Als deze spelers een sterke positie krijgen en als gebruikers meer controle krijgen over hun eigen data, zou dit de macht van grote platformaanbieders met hun huidige vele rollen kunnen terugdringen.

Coöperatieve platformeconomie

Een meer coöperatieve platformeconomie, waarbij alle partijen uit het ecosysteem inspraak hebben in de governance, zou ook veel van de huidige ‘nadelen’ van de platformeconomie kunnen ondervangen. Zeker in combinatie met een scheiding van rollen waarbij platformaanbieders niet ook concurrerende diensten leveren op hun eigen platform. En, meer concurrentie en lagere overstapdrempels zouden bedrijven en consumenten meer keuze kunnen bieden.

Telkens worden nieuwe technologieën ontwikkeld die kansen en bedreigingen met zich meebrengen. Hoe dan ook is het essentieel dat bedrijven, overheden en samenlevingen voortdurend blijven nadenken over de spelregels van het internet, de machtsbalans tussen spelers en de positie van gebruikers. Welke nieuwe technologie er ook ontwikkeld wordt, de wijze waarop deze door spelers wordt ingezet blijft bepalend. Daarom is het essentieel dat overheden en samenlevingen voortdurend blijven nadenken over de spelregels van het internet, de machtsbalans tussen spelers en de positie van gebruikers.

Dit artikel werd gepubliceerd bij Marketingfacts. Het verscheen tevens in editie 42 van het tijdschrift iBestuur (april 2022).

Een gedachte over “Kan Web3 de macht van big-tech platforms breken?

Reacties zijn gesloten.