“Het mandaat van de politiek moet je niet willen vervangen door een platform”
Hoe kunnen overheden profiteren van het platform-denken? En welke uitdagingen levert dit op? Daarover gaat dit interview met mij over ‘de overheid als platform’ door Peter Olsthoorn. Het verscheen in iBestuur Magazine 40, oktober 2021, mede naar aanleiding van mijn artikel over de rol van platformen bij de overheid.
U stoeit al ruim tien jaar met platforms. Hoe legt u uw moeder uit wat het is?
“Een plaats waar heel veel verschillende partijen elkaar ontmoeten en met elkaar een interactie hebben, zoals een marktplaats als Bol.com of een website als Funda waar alles rond het kopen en verkopen van woningen samenkomt. Ook de telefoon in haar handtas is een technologisch platform, waarop heel veel veel verschillende toepassingen en diensten zijn gebouwd.” Lees meer over platformen hier.
Op welke concrete resultaten tijdens uw adviserende loopbaan kijk je met tevredenheid terug?
“Dat ik het onderwerp al vroegtijdig in 2012 heb gesignaleerd en opgepakt heb bij het Rathenau Instituut, waar ik destijds onderzoeker was. En we de overheid al in 2014 waarschuwden voor de opkomst van platformen in vrijwel alle sectoren met grote invloed op de samenleving, zoals monopolie-vorming en gebruikers ‘lock-in’. Daar is sindsdien beleidsmatig weinig mee gebeurd, dus kun je het succes relativeren. Maar dat begint nu razendsnel te veranderen. Op Europees niveau wordt aan toekomstgerichte regulering gewerkt (o.a. Digital Markets Act). En de belangstelling bij bedrijven en overheden voor de mogelijkheden van platformen groeit zienderogen. De analyse en adviezen van destijds staan nog steeds als een paal boven water.” Lees de adviezen uit 2014 hier.
Bij welke partijen met welke platforms heb je geadviseerd?
“Heel uiteenlopend: overheden, adviesbureaus, grote en kleine bedrijven. Bijvoorbeeld in de cultuursector, waar wordt gewerkt aan een platform voor publieksdata en ticketing. Een platform kan hier slimme samenwerking bevorderen en zorgen dat sector zelf meer profiteert, professioneler kan opereren, zijn verdienvermogen kan vergroten. Lees hier over een platform voor de cultuursector.
En bijvoorbeeld advisering aan diverse financiële dienstverleners, die zichzelf steeds meer onderdeel zien van grotere waardeketens en ecosystemen, waar ze vroeger het beginpunt waren voor klanten. En enkele jonge bedrijven die ik op weg heb mogen helpen met hun platform-idee waarmee ze een hele sector willen vernieuwen en hervormen. Lees hier over de toekomst van banken.
Plus talloze overheden. Ze hebben (mij en anderen) wel rapporten laten maken en visies ontwikkeld, maar zelf nog weinig in de praktijk gebracht. Dat begint nu van de grond te komen met dataplatforms en het denken over sturing met platforms. Lees hier de overheid als platform. Meer bedrijven zien het potentieel van marktplaatsen, maar dubben nog hoe ze het moeten aanpakken. Ze moeten over een eerste drempel heen en daar help ik ze bij.”
Welke overheden willen een platform?
“Overheden zijn volop in ontwikkeling. Zij kunnen veel hebben aan het platform-denken en de belofte ‘de overheid als platform’ bestaat al langer. Ik ben vaak aan de vroege kant geweest. In 2014 heb ik al met bijvoorbeeld BZK en Logius gesproken over de overheid als platform met gestandaardiseerde protocollen en IT-infra, als een laag waarop provincies en gemeentes verder hun eigen diensten kunnen bouwen samen met marktpartijen en burgers. De afgelopen jaren is dit met Common Ground e.a. goed op stoom aan het komen.
In 2016 heb ik een advies opgesteld voor het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, als achtergrond bij de Omgevingsvisie (NOVI). Hierin gaat het om de kansen om met digitale platforms rond wonen, energie en mobiliteit, bestuurlijk meer grip op de leefomgeving te krijgen. Lees dit advies hier. Enkele mensen in de top zagen toen al de maatschappelijke impact van digitaliserende infrastructuren en de kansen van platformen. Maar zij vonden bij andere departementen, die een belangrijke rol spelen, weinig aansluiting en het hele traject rond de Omgevingsvisie en Omgevingswet is geplaagd geweest door vertragingen. De nadruk lag ook te eenzijdig op het DSO, terwijl de echte uitdaging een organisatorische is, geen technische. Ook dit begint nu pas te lopen.
EZ is nooit zo aangeslagen op mijn bredere verhaal over platforms. Economen zien platforms vooral als intermediairs en marktplaatsen en een overheidsrol als marktmeester. Maar in 2014 bleek al dat het mededingingsbeleid niet toereikend was om de macht van platforms te beteugelen. De nieuwe Europese regelgeving in de maak moet dit nu gaan verbeteren. En dat platformen ook coöperatieve samenwerkingsvormen zijn ondersteunen, zoals ik in mijn boek al beschrijf, begint ook steeds meer te leven. Lees hier: de energietransitie vraagt om een andere platformeconomie.
Ik ben ook diverse provincies mogen adviseren. Recent heb ik bijvoorbeeld meegewerkt aan een advies over dataplatforms, voor de provincie Noord-Brabant. Lees dit advies hier. Het denken in platformen voor samenwerken en coördineren past goed bij hun rol als bestuurders ‘in het midden’. Toch hebben zij het lastig omdat ze weinig formele macht hebben van waaruit ze het voortouw kunnen nemen. Gemeentes worden zich ook steeds meer bewust dat ze hun interne blik moeten verbreden naar extern. Het platform-denken gaat juist om het organisatieniveau dat je eigen individuele organisatie overstijgt.”
Platforms komen binnen de overheid lastig van de grond. Hoe kan dit verbeteren?
“Platformen draaien om ‘samenwerken’ rondom een ‘gedeelde basis’. Dus, dat begint met het besef dat partijen elkaar nodig hebben om hogere (gezamenlijke) doelen te bereiken en een minimale vorm van commitment aan die doelen. Een belangrijke stap in het proces is het partijen in dialoog met elkaar brengen om te komen tot gezamenlijke roadmaps en datastandaarden, die samenwerking, afstemming en data-uitwisseling bevorderen. Naarmate de dialoog vordert en het commitment groeit, kom je verder en kan een zwaan-kleef-aan-effect ontstaan. Zo komt een platform op stoom.”
“Stel duidelijke doelen. Gemeenschappelijkheid betekent ook dat overheden niet eenzijdig normen opleggen, bijvoorbeeld standaarden en normen rond stikstof- en koolzuurgasemissies, maar dat overlaten aan alle partners rond het platform. Hier komen meerdere belangen samen: overheden hebben zich vastgelegd op ambitieuze milieudoelstellingen en moeten deze democratisch verantwoorden; bedrijven hebben ‘deeloplossingen’ en zoeken (voordat ze verder investeren) zekerheid dat deze aansluiten bij andere bedrijven en bij de doelen van overheden. Een nuttig platform moet beide belangen bedienen.”
Hoe verhouden politiek en platforms zich tot elkaar?
“Daar schuurt het en botst het. Vooral waar overheden proberen om hun bestaande (directieve) sturingsmodellen te mengen met (coöperatieve) platformmodellen. Bij grote tech-platforms is er vaak één grote eindbaas of een bestuur dat de voorwaarden en spelregels van het platform bepaalt voor een optimale concurrentiepositie. Vaak domineert hier het economische, zakelijke denken: efficiëntie, schaal, kostenbesparing, data-monoplie en klantbeleving. De overheid heeft het lastiger. Ze moet meerdere belangen van meerdere stakeholders zien te verenigen en beslissingen nemen. Dat gaat gepaard met schuren, wrijven, weerstand, emoties en is in essentie niet efficiënt. Dit politieke mandaat moet je niet proberen te automatiseren of vervangen door een platform.”
“Idealiter zou de politiek op hoofdlijnen maatschappelijk gedragen doelen moeten formuleren waarop platforms maximaal hun nuttige rol kunnen spelen in het coördineren en faciliteren van verschillende stakeholders die betrokken zijn bij het realiseren van die doelen. Mede gelet op het behoud van draagvlak onder de uitvoerende partijen, zou er voldoende ruimte moeten zijn voor de platformen om vanuit de praktijk nieuwe inzichten te ontwikkelen, bijvoorbeeld over het meten van stikstofconcentraties en het vaststellen van bijbehorende milieunormen. Deze zouden weer gebruikt moeten worden bij nieuwe besluitvorming en beleidsontwikkeling.”
Heb je nog een concreet voorbeeld voor een provincie die een platform wil inrichten voor het versnellen van woningbouw?
‘Breng relevante stakeholders, bestaande en nieuwe, en relevante data over woningen en bouwplannen en herbestemming bij elkaar. Daag burgers en bedrijven uit om met innovatieve voorstellen te komen, die zich kunnen baseren op het platform. Stel voorwaarden en kaders daarvoor op en geef daarbinnen ruimte voor innovatieve oplossingen en nieuwe samenwerkingsverbanden. Stroomlijn het proces van vergunningen. Het ‘Brabantse’ Woonconnect is een voorbeeld voor versnelling van het verduurzamen van woningen, overigens niet geïnitieerd door de provincie zelf.
Digitale communicatie binnen de overheid met Pleio, Slack, Twitter en Whatsapp is opgeteld inefficiënt en dus ineffectief. Hoe ga je om met data en communicatie op platforms?
“Samenwerken met andere overheidsonderdelen, en met bedrijven en burgers is steeds belangrijker maar blijft een uitdaging. Overheden experimenteren al twintig jaar met e-participatie en er is een voortdurende roep om meer directe democratie maar iets basaals als tegenmacht van het parlement functioneert niet eens. Technisch kan er van alles en zouden we de hele dag opinies kunnen peilen en avatars laten stemmen namens jezelf. Maar is er echt behoefte aan meer meningen en tools? Gemeentelijke debatplatforms en discussiefora houden het niet lang vol, die van doe-het-zelfburgers ook niet. Het zorgen voor continuïteit en het bewaken van de spelregels van het debat is een grote uitdaging. Er is eerder behoefte aan betere kwaliteit dan kwantiteit van bijdragen en ingebrachte data en opinies.
“Mijn advies: Scheid ook hier het debat en de politieke besluitvorming van de uitvoering. In de eerste fase bieden discussiefora een plek voor meer geluiden, wellicht minder efficiënt, maar zet daarna in op krachtige en kwalitatief hoogwaardige besluitvorming. Beperking van de besluiten op hoofdlijnen geeft burgers en bedrijven vervolgens de ruimte om met oplossingen te komen en mee te werken aan de uitvoering. Zo kan draagvlak behouden blijven. Daar kunnen cocreatie-platforms dan weer bij ondersteunen.”
Afbeelding: uit iBestuur Magazine 40 / Shutterstock.