#eerlijk #inclusief
De coronacrisis heeft een ding duidelijk gemaakt: de platformeconomie is niet meer weg te denken. Dit roept de vraag op: hoe zorgen we voor een eerlijke en inclusieve samenleving, waarin iedereen mee kan doen? Welke rol spelen bedrijven, burgers en overheden hierin? Hoe geven we markt, overheid en burgerschap opnieuw vorm in de fysieke en digitale infrastructuren en systemen?
De coronacrisis zorgt voor een digitale doorbraak van thuiswerken, op afstand samenwerken, lesgeven en vergaderen via Zoom en Teams, online boodschappen doen en contactloos betalen. Winkeliers en restaurants meldden zich massaal aan bij Bol.com en Thuisbezorgd (en hun B2B-varianten) om alsnog hun producten te kunnen verkopen aan klanten thuis.
Dit is slechts een voorproefje van wat nog gaat komen. Op dit moment worden nieuwe netwerken uitgerold voor onder andere mobiele apparaten (5G, Internet of Things) en energie-uitwisseling. Deze zullen de digitale infrastructuur vormen voor heel veel diensten in onze samenleving: van onderwijs en zorg tot energie, mobiliteit en winkelen en van sociale media tot en met de publieke diensten van de overheid.
Hoe ziet de overheid van de toekomst eruit in een wereld waarin digitaal en fysiek met elkaar verweven zijn?
Deze infrastructuren worden in de meeste gevallen niet meer door overheden maar door bedrijven aangelegd. Overheden en burgers zijn vooral de gebruikers ervan en dus afhankelijk. Des te belangrijker worden dus de voorwaarden waaronder burgers, andere bedrijven en overheden gebruik kunnen maken van deze infrastructuren. Hoe zorgen we ervoor dat de inclusieve, eerlijke samenleving die we nastreven, ook verankerd wordt in de nieuwe generatie digitale infrastructuren? Met andere woorden: hoe ziet de overheid eruit in deze nieuwe wereld waarin digitaal en fysiek met elkaar verweven zijn?
Een onmisbare infrastructuur voor alles
Bij de bouw van die systemen en infrastructuren is de overheid tot nu toe afwachtend geweest. De grote techbedrijven als Google, Facebook en Microsoft maar ook de nieuwe startups kregen de ruimte. Zij zagen als eerste de kansen en mogelijkheden van digitalisering. Het platform speelt een belangrijke rol in hun businessmodel: de mogelijkheid om via een en dezelfde digitale infrastructuur (lees: website of app) veel verschillende diensten te leveren. Een smartphone kan foto’s, video’s, e-mail, spelletjes en nieuws verspreiden. Een sociaal mediaplatform kan ook een webwinkel en nieuwszender zijn; een webwinkel kan alles verkopen van boeken tot cosmetica, woonaccessoires en kleding; en een bezorgdienst kan alles distribueren met een netwerk van koeriers en chauffeurs.
De speler die erin slaagt om dat ene onmisbare toegangsportaal te worden voor deze diensten richting de gebruikers (consumenten, burgers, zakelijke klanten) kan zijn winstmarge maximaliseren: the winner takes all. Zie hier het succes van Thuisbezorgd, Facebook (Instagram, WhatsApp) en Airbnb.
Lees ook: Who owns the customer interface? Hoe voorkom je dat Elon Musk bepaalt wat je klanten kopen. Over de concurrentie tussen techbedrijven om een controleren positie in de markt.
Import van Amerikaanse waarden
Om de nadelen van de marktmacht en datamacht van grote platforms te beteugelen is marktregulering nodig. Maar de invloed van platformen gaat verder dan hun marktpositie. Met hun algoritmes, waarmee ze de grote hoeveelheden spelers en transacties op het platform geautomatiseerd afhandelen, bepalen ze het succes van aanbieders op het platform en de prijs en keuzevrijheid van de consumenten. Ongemerkt en onbedoeld kunnen deze (zelflerende) algoritmes bovendien bestaande vooroordelen en discriminatie versterken. (Zo beschreef ik de vorige keer in PubliekDenken).
Verder zijn veel van de huidige platformen zoals die van Thuisbezorgd en Uber gebaseerd op Amerikaanse arbeidsprincipes, waarbij zelfstandig ondernemerschap en onderlinge concurrentie (tussen werkenden) normaal gevonden worden. Alles draait om lage kosten en hoge klanttevredenheid. Met Amerikaanse en Chinese platformen importeren we dus tegelijk ook hun waarden, ten aanzien van arbeid, sociale zekerheid, privacy en censuur van ongewenste content (porno, fakenews, ..).
‘We kunnen in Europa niet meer volstaan met een afwachtende houding t.a.v. de platformeconomie’
Na jaren toegekeken te hebben, zijn we in Europa bezig een deel van de platformeconomie bij te sturen met regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden, mededinging, kamerverhuur, taxivergunningen en privacywetten. Dat is belangrijk. We kunnen in Europa niet meer volstaan met een afwachtende en reactieve houding. Hierdoor lopen we kansen mis om veel meer gebruik te maken van de kansen die platformen bieden voor onze samenleving.
Een ‘Europese’ platformsamenleving
Daarvoor moeten ondernemers, overheden en burgers platformen ontwikkelen die zijn opgezet vanuit onze Europese waarden, inclusie, samenwerking, verduurzaming en innovatie. Zo kunnen platformen de rol vervullen die coöperaties al eeuwen hebben: door collectiviteit te organiseren, en te zorgen voor een gelijker speelveld waarin alle spelers uit een sector profiteren van dezelfde digitale infrastructuur en kennis.
Neem de cultuursector waarin ook de kleine zalen en producenten kunnen profiteren: één digitaal platform voor de verkoop van kaartjes, het bijhouden van beschikbare stoelen, het bouwen van klantprofielen voor marketing en producties die beter afgestemd zijn op de behoeften. Of de sierteelt waarin de oude veilingklok nu vervangen wordt door een hypermodern handelsplatform dat wereldwijd zakendoen mogelijk maakt met grote klanten en kleine afnemers. Ontwikkeld door de coöperatie, iets wat een individuele teler nooit zou kunnen ontwikkelen. En denk aan de transitie naar een duurzame samenleving waarin het nodig is dat burgers (als producent) en kleine en grote ondernemers gemakkelijk energie en grondstoffen kunnen delen en verhandelen.
Platformen zijn de nieuwe pijlers onder onze samenleving waarop op een nieuwe manier overheid, markt en burgerschap vorm zullen gaan krijgen.
Platformen kunnen nieuwe samenwerkingsverbanden faciliteren en zorgen voor lagere kosten, gedeelde kennis, compatibiliteit door gebruik van dezelfde standaarden en snellere innovaties. Platformen zijn immers de nieuwe ondersteunende structuren, de pijlers, waarop onze samenleving gebouwd zal worden en waarop publiek-private samenwerking vorm zal krijgen.
Learning by doing
De coronacrisis heeft onze afhankelijkheid van platformen blootgelegd en ons ervan bewust gemaakt dat deze afhankelijkheid alleen nog maar zal toenemen. Dit roept sterker en sneller dan voorheen de vraag op: wat voor samenleving willen we zijn en hoe zorgen we ervoor dat iedereen daarin mee kan doen? Wat vinden we eerlijk, hoe voorkomen we uitsluiting, en hoe beschermen we zwakkeren? Welke rol spelen bedrijven, burgers en overheden hierin? Hoe geven we markt, overheid en burgerschap opnieuw vorm in de fysieke en digitale infrastructuren en systemen? Misschien helpt de crisistijd ons om sneller antwoorden te vinden op deze vragen, nu we meer inzicht hebben in waar de pijn en kwetsbaarheden in onze samenleving zitten.
De coronacrisis heeft onze afhankelijkheid van platformen blootgelegd en ons ervan bewust gemaakt dat deze afhankelijkheid alleen nog maar zal toenemen.
De antwoorden op deze vragen vormen de uitgangspunten, de spelregels en de (technologische) ‘ontwerpregels’ voor nieuwe platformen. Door de deelnemers mede-eigenaar te maken, door kosten van het platform laag te houden, door veel te werken met open standaarden en alle spelers inspraak te geven, kan op allerlei manieren de macht van platformen worden ingeperkt terwijl we wel profiteren van de voordelen.
Tijd dus om vorm te gaan geven aan een platformsamenleving waarin nieuwe platformen worden gebouwd en de bestaande zich omvormen naar de waarden van onze Nederlandse samenleving. Learning by doing. Op weg naar een eerlijke en inclusieve platformsamenleving.
Dit artikel verscheen in PubliekDenken editie 22, tijdschrift voor de publieke sector. Afbeelding uit PD22 door Dimitry de Bruin.