De roep om nepnieuws te bestrijden klinkt steeds luider. Overheden in binnen- en buitenland willen nepnieuws aanpakken, Facebook en Google hebben maatregelen aangekondigd en diverse nieuwsmedia hebben factcheckers ingesteld. Maar wat is nepnieuws eigenlijk en wat kan er bestreden worden op een open internet? Dat verkennen we in een reeks blogs. In dit eerste deel de vraag: wat is nepnieuws eigenlijk?
Dit artikel is geschreven in samenwerking met Chris Aalberts. Samen schreven we ‘Veel gekwetter, weinig wol’, het eerste Nederlandse onderzoek naar het gebruik van sociale media door politici, overheden en burgers.
Credits afbeelding: United Nations (Flickr/CC), licentie: CC BY 2.0
Een heftig debat
Wereldwijd, vooral in het Westen, is er een enorme discussie losgebarsten over nep-nieuws. Dit mede naar aanleiding van de Amerikaanse presidentsverkiezingen waar vermeende Russische beïnvloeding is geweest van de publieke opinie. Zelfs in Nederland zou die invloed er zijn, zo gaf Minister Ollongren aan. Ondertussen beschuldigt de Amerikaanse president Trump de nieuwsmedia van het verspreiden van ‘alternative facts’ maar voert hij niet eigenlijk een propaganda-oorlog?
Nepnieuws raakt de democratie in haar hart: alleen als burgers goed geïnformeerd worden kunnen zij een mening vormen en hun politici kritisch controleren. Die burger krijgt steeds vaker zijn nieuws tot zich via sociale media. Traditionele nieuwsmedia hebben een deel van hun gezag bij burgers verloren. Sociale media worstelen al sinds het begin van het internet tegen de vele trollen en nepberichten. Ook zijn het bekende echoputten: mensen luisteren het liefste naar gelijkgestemden, horen graag wat ze willen horen en berichten die hun vooroordelen bevestigen en smeuïge roddels. Een overheidscampagne in 2010 om jonge meisjes te laten inenten tegen baarmoederhalskanker mislukte: de gerenommeerde artsen van het RIVM konden de meisjes en moeders die elkaar massaal spraken via sociale media, niet overtuigen.
Sociale platformen de boosdoener?
De sociale platformen Facebook, Google en Twitter worden momenteel aangewezen als grote boosdoeners en verspreiders van nepnieuws. Een aantal politici vindt dat deze platformen verantwoordelijk zijn voor het verspreiden van nepnieuws en dat zij hier iets aan moeten doen. In diverse landen zijn maatregelen aangekondigd. De grote platformen kregen een zware ondervraging tijdens een hoorzitting in het Amerikaanse parlement. De Britse regering onderzoekt of sociale netwerken de status van uitgever moeten krijgen en net als andere nieuwsmedia aan bepaalde regelgeving kunnen worden onderworpen. In Nederland zou zo’n stap betekenen dat Facebook, Google en Twitter onder de Mediawet gaan vallen, net als tv-zenders en kranten.
Overheden in diverse landen onderzoeken of ze Facebook, Google en Twitter dezelfde verantwoordelijkheden kunnen geven als nieuwsmedia.
De platformen zelf waren tot nu toe erg terughoudend: zij zagen zichzelf vooral als een doorgeefluik van informatie, een distributiekanaal, maar niet als een verwerker of uitgever van nieuws. Inmiddels zijn Facebook en Google gezwicht en druk doende om de verspreiding van nepnieuws via hun platformen in te dammen. Dat gaat niet zonder vallen en opstaan.
Wat is nepnieuws?
Maar voor we kunnen vaststellen of de aanpak van nepnieuws effectief is, moeten we eerst de vraag beantwoorden: wat ís nepnieuws eigenlijk? Nepnieuws lijkt een verzamelbak geworden te zijn van heel veel verschillende verschijnselen. We identificeren er drie.
Nepnieuws 1: feitelijke onwaarheden
De eerste categorie nepnieuws zijn berichten die nooit hebben plaatsgevonden of bestaan. Naast uit de duim gezogen verhalen kan het hier ook gaan om getrukeerde foto’s en video’s en foutief geciteerde of genoteerde informatie. Denk bijvoorbeeld aan de getrukeerde foto van Alexander Pechtold die vorig jaar tijdens de verkiezingscampagne door Geert Wilders via Twitter werd verspreid.
Het identificeren van dit soort nepnieuws kan alleen door terug te gaan naar de bron en door de verhalen, foto’s en video’s heel nauwkeurig te analyseren. Met de opkomst van nieuwe technologieën zoals kunstmatige intelligentie, wordt het achterhalen van vervalste foto’s en video’s een hele nieuwe uitdaging: op basis van stem en gezicht kun je een video maken van iemand waarin je hem alles kunt laten zeggen wat je wilt. Fotografiebedrijf Kodak werkt daarom aan een registratiesysteem voor foto’s waarmee herkomst, echtheid en eigendom kunnen worden vastgelegd.
Daarnaast kunnen bronnen als de encyclopedie, het weerbericht en de landkaart uitkomst bieden om feitelijke onjuistheden te achterhalen. Naar analogie met de wetenschap: één meting is nog geen bewijs, er zullen meerdere bronnen nodig zijn die hetzelfde melden om vast te kunnen stellen of iets daadwerkelijk is gebeurd.
Nepnieuws 2: bediscussieerde feiten
Dit ligt lastiger bij onderwerpen waarover de wetenschap of samenleving nog geen consensus heeft bereikt. Bij het klimaatdebat duurde het decennia voor de meerderheid zich uitsprak over de menselijke invloed. Toch wordt deze vandaag de dag nog steeds door een groep bekritiseerd.
Sceptici of tegenstanders kunnen de wetenschappelijke discussie gebruiken om verdeeldheid te zaaien. Zo hebben bepaalde lobbygroepen jarenlang twijfel gezaaid over de schadelijke effecten van roken, wat heeft bijgedragen aan een vertraging van het overheidsbeleid om roken aan te pakken (zie het boek/website: ‘The Merchants of Doubt’, handelaren in twijfelzaaien).
Bij dit type nepnieuws zien we ook hoe belangrijk reputatie en gezag zijn bij het vaststellen van de betrouwbaarheid van nieuws. In een tijd waarin wetenschappers en media steeds meer gewantrouwd worden en burgers zichzelf overschatten is dit een steeds grijzer gebied geworden.
Nepnieuws 3: discussie over de context
Nieuws kan ook ‘nep’ worden als uitspraken die letterlijk gedaan zijn, uit hun context gehaald worden, vaak om ze te versimpelen. Vaak horen we bijvoorbeeld politici hierover klagen als zij een spraakmakend interview hebben gegeven. Zij herkennen zichzelf niet meer in de weergave.
Daar komt nog bij dat lezers of kijkers allemaal hun eigen interpretatie maken van wat er gezegd is in een interview. Die vele interpretaties worden via sociale media verspreid. Hier ontstaat niet direct consensus.
In deze gevallen hebben we dus meer context nodig, ruimte voor wederhoor en moeten we rekening houden met verschillende interpretaties. Hier is ook pluriformiteit van media belangrijk: verschillende interpretaties vanuit verschillende opvattingen en een visie op de wereld. Dat vat je niet samen met één algoritme.
Hoe identificeer je nepnieuws?
We hebben dus gezien hoe complex nepnieuws is en dat er veel categorieën zijn waarbij echt of niet, eerder een inschatting of beoordeling betreft dan een hard meetbaar feit. In veel gevallen is het niet een kwestie van waar of niet waar. Je zou zelfs kunnen zeggen dat objectieve journalistiek een illusie is.
Objectieve journalistiek en onbediscussieerde feiten zijn een illusie.
Het omgaan met deze complexiteit rond nieuws is natuurlijk de core business van de traditionele nieuwsmedia. Nu hun inkomsten teruglopen, redacties kleiner worden en er met de miljarden burgers nieuwe nieuwsbronnen bijgekomen zijn, staat die rol steeds meer onder druk. Zij kunnen niet langer de stroom gepubliceerde en verspreide informatie controleren.
De geest is uit de fles. De vraag is: wat is er aan te doen? In de volgende afleveringen bespreken we op welke manieren geprobeerd wordt om nepnieuws te bestrijden.
Dit artikel verscheen bij Marketingfacts
Dit artikel verscheen bij iBestuur
Dit artikel verscheen bij De Nieuwe Reporter als ‘Een betere definitie voor nepnieuws is broodnodig’
Indeling nepnieuws?
Onderzoekers van de Universiteit van Arizona (zie hier hun rapport) hebben vijf verschillende categorieën van onjuiste informatie onderscheiden en deze ingedeeld in vier kwadranten: wel/niet bedoeld om te misleiden en wel/niet gemotiveerd door financiële bedoelingen. In de praktijk kunnen mengvormen voorkomen van feitelijke en onfeitelijke informatie. Om effectief (en niet contraproductief of censurerend) te zijn moet de regulering van nepnieuws zich op zowel de motivatie als de bedoeling van de verspreider moeten richten.
Serie ‘De strijd tegen nepnieuws
Deel 1: Hoe pak je fake-news aan als niemand weet wat het precies is?
- Deel 2: Wie checkt de factcheckers? Welke rol kunnen journalisten en factcheckers spelen bij het bestrijden van fake news?
- Deel 3: Hoe Facebook, Google en Twitter fake news aanpakken maar niet kunnen bestrijden. Kan kunstmatige intelligentie het aanpakken van fake news automatiseren?
- Deel 4: Is het middel erger dan de kwaal? Wie is verantwoordelijk voor het bestrijden van fake news?
- Extra: Hoe kunstmatige intelligentie gaat zorgen voor een nieuwe golf aan nepnieuws. Fotoshoppen van video en geluid maakt nep niet van echt te onderscheiden.
Meer over de toekomst van de journalistiek en media lees je hier
2 gedachtes over “De strijd tegen nepnieuws (1): Hoe pak je fake-news aan als niemand weet wat het precies is?”
Reacties zijn gesloten.