Als ‘huis-futuroloog’ van het radioprogramma ‘Nieuws en Co’ op NPO Radio 1, bespreek ik regelmatig de nieuwste technologische ontwikkelingen en betekenis ervan voor ons als individu en samenleving.
Vandaag sprak ik over het gebruik van technologie in de sport. Dit natuurlijk tegen het licht van de Olympische Winterspelen die vandaag begonnen.
Je kunt het gesprek hier terugluisteren.
Technologie wordt steeds belangrijker bij sport. Zo werd bij schaatsen ooit de klapschaats geïntroduceerd en later kwamen er schaatspakken met speciale strips en materialen die de luchtweerstand helpen verlagen. Bij zwemmen is een tijd gezwommen met zwempakken die zorgden voor extra opwaartse druk en daarmee snelheid.
Ook bij het trainen wordt niets aan het toeval overgelaten. Elke beweging wordt tot in details geanalyseerd en op basis daarvan verbeterd. Zo trainde onze schaatser Sjinkie Knegt met een speciaal pak dat exact de houding van het lichaam meet en de hoogte ten opzichte van het ijs, een maat voor de snelheid. Via een smartphone kon de trainer signalen teruggeven als de houding niet meer goed was: het pak ging dan trillen.
Door technologie worden de prestaties van sporters op een hoger niveau getild. Tegelijkertijd brengt de toenemende technologie de vraag met zich mee: wint een sporter door de gebruikte technologie of door zijn eigen training en inspanning? Dat kan per sport verschillen.
Het is steeds meer de vraag: wat is nog sportief te noemen, slaan sporters niet door en waar draait het om? Om de individuele prestaties in de tijd (een Olympisch record vebreken) of om het duel met anderen. Je zou kunnen zeggen dat het het meest sportief is als sporters allemaal beschikken over ongeveer dezelfde materialen, technologie en dezelfde omstandigheden tijdens hun prestatie. Dan gaat het het meest om de sporter zelf. Het voelt als minder eerlijk wanneer een sporter wint of juist verliest door zijn spullen (zoals Max Verstappen bijna niet kan winnen van Mercedes-team ondanks dat velen hem de beste coureur vinden).
In Nederland zijn op diverse sportcentra innovatielabs opgezet waar nieuwe technologieen worden ontwikkeld en ingezet bij trainingen. Zie o.a. de site van InnoSportLab een samenwerking tussen NOC*NSF en TNO met betrokkenheid van diverse (technische) universiteiten.
Sporttechnologie is big business. Wat voor topsport ontwikkeld wordt, wordt later toegepast in kleding en materialen voor sporters en consumenten.