Door te leren van Google kunnen verzekeraars relevant blijven en groeien in een digitaliserende wereld.
De verzekeringswereld verandert snel
De financiële wereld is flink aan het veranderen door digitalisering. De opkomst van de circulaire economie en de deeleconomie zorgen voor een versnelde verschuiving van bezit naar toegang en van producten naar dienstverlening. Tegelijkertijd creëren deze ontwikkelingen en de terugtredende verzorgingsstaat, nieuwe behoeften.
Bestaande verzekeraars zijn bezig in te spelen op de nieuwe ontwikkelingen. Zo hebben onder andere CentraalBeheer, Aegon en Nationale Nederlanden het uitlenen, verhuren of delen van spullen zoals auto’s, accuboren, boten en woonruimte opgenomen in de dekking van bepaalde reguliere verzekeringen.
De begin oktober gestarte verzekeraar Slice biedt een ‘on demand’ verzekering voor Amerikaanse consumenten die hun huis verhuren via platformen als Airbnb. De verzekering geeft een passende dekking voor alleen de periode waarin de woning wordt verhuurd.
Collectiviteit via platformen
Deze benadering gaat er nog van uit dat consumenten zichzelf individueel verzekeren. Dit zou in de toekomst kunnen verschuiven als de deelplatformen, die bemiddelen tussen aanbieders en vragers en collectiviteit organiseren. Zo verzekeren bepaalde groepen consumenten en ondernemers hun risico’s via kredietunies, crowdfunding en broodfondsen. Mobiliteitsdiensten als Greenwheels en DriveNow regelen de verzekering van hun voertuigen zelf.
Het Duitse Friendsurance biedt een dergelijke vorm van peer-to-peer verzekeren waarbij deelnemers aan het einde van het jaar een bedrag van hun premie terugkrijgen als er minder geclaimd is. Dit lijkt sterk op het Nederlandse InShared. Grote claims die niet betaald kunnen worden uit de pot met premiegelden van de deelnemers, kunnen worden afgedekt door een aparte verzekeringsmaatschappij. De totale verzekering is hiermee voor de consumenten goedkoper dan wanneer zij hun volledige risico bij een reguliere verzekeraar zouden afsluiten.
Naarmate er meer deelplatformen en product-diensten komen zal de behoefte van consumenten aan verzekeringsproducten afnemen en verschuiven naar andere partijen zoals de dienstverleners en deelplatformen. Deze platformen kunnen via een reputatiesysteem waarmee aanbieders en vragers elkaar beoordelen, prikkels uitoefenen om het risicoprofiel van het platform te verlagen, naar analogie van wat Friendsurance en Inshared doen.
Update 28 november 2016: Verzekeraar Reaal lanceert een peer-to-peer verzekeringsapp POT (een soort gedeelde bankrekening) waarmee mensen samen een geldpot kunnen maken om zaken te verzekeren, zonder tussenkomst van een verzekeraar. Samen beoordelen ze of het schadeverzoek wordt betaald.
Update 16 januari 2017: Verzekeraar Aegon investeert € 15 miljoen extra in het Duitse ‘crowdfunding’platform Auxmoney, dat leningen en kredieten verstrekt aan consumenten met geld van particulieren en institutionele beleggers. Een belangrijke toegevoegde waarde van Auyxmoney is hun geavanceerde vorm van het beoordelen van kredietwaardigheid van geldleners.
Lees ook: De toekomst van crowdfundingplatformen
‘Plug&play’ worden
Hoe kunnen verzekeraars inspelen op deze veranderende wereld en overleven? Daarvoor moeten zij hun strategie veranderen en zorgen dat ze met hun kennis, producten en diensten kunnen inpluggen op de nieuwe initiatieven die zich aan het ontwikkelen zijn: een plug&play-organisatie worden. Deze organisaties kunnen gemakkelijk samenwerken met anderen en zo toegevoegde waarde leveren voor eindgebruikers, consumenten.
Bedrijven als Google, IBM en Uber laten zien hoe dit werkt. Zij hebben zichzelf onmisbaar gemaakt met hun kennis die ze via digitale ‘blokjes’ beschikbaar stellen aan derden, zogeheten ‘API’s’. In deze API’s zit gespecialiseerde kennis verpakt en complexe algoritmes die data kunnen interpreteren (IBM Watson, Google Assistent) of die een dynamische vraag- een aanbod met elkaar kunnen verbinden (Uber: chauffeurs koppelen aan toeristen).
Deze API’s zijn inmiddels ingebed geraakt in talloze waardeketens, producten en diensten, in even zovele markten en domeinen. Hier leveren ze toegevoegde waarde door superieure zoekresultaten, spraakherkenning of vraag- en aanbodmatching bijvoorbeeld. Zo nestelt Uber zich in de reisschema als je op vakantie gaat, zorgt Watson ervoor dat je met speelgoed kunt praten (Cognitoys) en helpt Google je de beste aanbieder te vinden.
Een belangrijk deel van het succes van deze bedrijven hebben ze te danken aan het vele gebruik van hun API’s, in domeinen die deze bedrijven zelf nooit hadden voorzien en diensten die deze bedrijven zelf nooit hadden kunnen bedenken of ontwikkelen. Ze hebben zichzelf onmisbaar gemaakt en daarmee een belangrijke voorsprong gekregen op hun concurrenten.
Een verzekeraar als API
Vertalen we dit naar een verzekeraar dan zou dit er als volgt uit kunnen zien. De API van de verzekeraar kan de gespecialiseerde kennis van de organisatie bevatten, bijvoorbeeld een algoritme dat in staat is risicoprofielen te berekenen op basis van informatie die erin gestopt wordt over locatie, geslacht en product.
Als we de API voorstellen als een doosje met een ingang en uitgang dan gaat er aan de ene kant gebruikersdata in en aan de andere kant komt er een getal uit dat de grootte van een risico representeert of een te verzekeren bedrag. De inhoud van het doosje blijft geheim.
De ‘Insured Rating API’ van het Amerikaanse ClarionDoor, helpt om een tariefplan te ontwikkelen behorende bij het risicoprofiel van de klanten. Op basis van een offerte-aanvraag genereert de API de bijbehorende dekking en premie. In dit geval is ClarionDoor een IT-bedrijf dat diensten levert aan verzekeraars, maar dit zou net zo goed gedaan kunnen worden door een verzekeraar die het beschikbaar stelt aan communities en deelplatformen.
Beter door gebruik
De kennis van de verzekeraar wordt via de API voor vele uiteenlopende toepassingen ontsloten. Zo kunnen gemeenschappen van zzp’ers uitrekenen hoeveel ze maandelijks opzij moeten zetten in hun Broodfonds, of boeren in een waarborgfonds. Consumenten kunnen hun financiële planning verbeteren.
Deze API kan aan iedereen beschikbaar gesteld worden, net zoals Google, IBM en Uber dat doen met hun API’s. In ruil daarvoor ontvangt de verzekeraar een klein bedrag per gebruik, dus per uitgevoerde berekening. De verzekeraar kan hier ook nog zijn eigen producten en diensten aan koppelen.
Hoe meer de API gebruikt wordt en over hoe meer informatie hij kan beschikken, hoe beter het risico-algoritme kan worden gemaakt (op basis van zelflerende eigenschappen bijvoorbeeld). Zo ontstaat een zichzelf versterkend proces. Gebruikers kunnen betere risico-inschattingen maken. De verzekeraar krijgt eveneens meer inzicht in risico’s en kan ermee zijn eigen premiebeleggingen optimaliseren of partners helpen hun risicoprofiel te verlagen.
Op die manier gaan de belangen van de verzekeraar (die wil zo min mogelijk uitkeren) en de verzekerde (wil zoveel mogelijk dekking voor zo min mogelijk geld) weer meer gelijk lopen: ze hebben allebei baat bij zo min mogelijk schade of risico en willen dat deze zo goed mogelijk gedekt worden zonder dat later blijkt dat deze buiten de polisvoorwaarden vielen. (Het controleren of wel of niet voldoen aan polisvoorwaarden wordt voldaan, is iets waar momenteel veel energie in gestopt wordt door verzekeraars en verzekerden en waar ook veel API’s voor worden ontwikkeld om dit te automatiseren).
Digital agility
Dit is dus een voorbeeld van een bedrijfsstrategie waarmee verzekeraars kunnen inspelen op de digitale ontwikkelingen en aan nieuwe klanten kunnen komen. Niet door zelf veel nieuwe diensten te bedenken en markten te analyseren maar door digitaal adaptief en agile te worden en zo onderdeel te worden van nieuwe businessproposities.
Dit artikel verscheen bij Marketingfacts
Dit artikel verscheen bij ManagementImpact
Afbeelding: Friendsurance