Nooit meer ziek door alles te meten?

We kunnen onze gezondheid steeds beter meten en door die informatie te delen uiteindelijk gezonder leven en minder ziek zijn. Meer meten is immers meer weten, maar worden we daar gelukkiger van?

‘Alles’ wordt meetbaar

Af en toe op de weegschaal, calorieën tellen, stukje hardlopen of bedrijfsfitness: iedereen staat op zijn eigen manier wel eens stil bij zijn gezondheid. Vaak pas als we ons niet helemaal gezond voelen of net na Kerst als we goede voornemens maken en onze extra kilo’s weer kwijt willen. Fanatieke sporters, patiënten met bijvoorbeeld diabetes, afvallers van Weight Watchers en bepaalde hobbyisten gaan al een stap verder: zij meten specifieke lichaamsfuncties zoals hartslag, bloeddruk, suikerspiegel, zweetsamenstelling (gerelateerd aan stress) en slaapritme om daarmee gericht hun prestaties of gezondheid te verbeteren. Is dit het beeld dat ons allemaal te wachten staat? Het meten van lichaamsfuncties zal de komende jaren in ieder geval een stuk gemakkelijker worden door de opmars van sensoren in onze omgeving. Bijvoorbeeld in onze smartphones en een groeiend aantal losse apparaatjes zoals polshorlogesarmbandenclip-ons en wekkerradio’s (zoals Philips Wakeup Light) en draagbare hersenscanners. Apparaten bij en op ons lichaam en in de verre toekomst waarschijnlijk ook erin die in ons lichaam inspecties uitvoeren en herstelwerkzaamheden. Sommigen voorzien dat een netwerk van sensoren in en om ons lichaam een beschermengel zal zijn die ons vroegtijdig waarschuwt als er iets mis is.

Nieuwe kennis uit data

Op individueel niveau kunnen we dus veel profijt hebben van het extra meten door er gericht onze gezondheid en prestaties mee verbeteren. Maar de echte potentie van het meten zit in de combinatie van gegevens van vele individuele gebruikers en de kennis die daaruit gedestilleerd kan worden. Een goed voorbeeld hiervan is het sociale netwerk PatientsLikeMe. Hier wisselen patiënten met bijvoorbeeld ALS, Diabetes, Schizofrenie en MS hun ervaringen uit en houden ze een eenvoudig dagboek bij waarin ze aangeven hoe ze zich voelen, welke medicijnen ze gebruikt hebben en welke klachten ze hebben gehad. De ‘statusupdates’ zijn vergelijkbaar met de ‘likes’ en ‘tweets’ die op andere sociale netwerken worden geplaatst.

PatientsLikeMe verzamelt de gegevens uit de individuele dagboeken anoniem en haalt daaruit verbanden tussen leeftijd, gewicht en geslacht en medicijngebruik, bijwerkingen en effectiviteit van de behandeling. Dat levert waardevolle informatie op voor de patiënten en tegelijkertijd ook voor bedrijven die nieuwe medicijnen, behandelingen en apparatuur ontwikkelen. Inmiddels zijn de eerste wetenschappelijke artikelen gepubliceerd gebaseerd op PatientsLikeMe. Daaruit blijkt dat de informatie die uit de gebruikersprofielen wordt verzameld, een belangrijke aanvulling kan zijn op de zogenaamde ‘clinical trials’, die in ziekenhuizen onder streng toezicht van artsen worden uitgevoerd. Het grote voordeel van de metingen via PatientsLikeMe is dat ze veel sneller zijn dan ‘clinical trials’. Door de relatief grote groep patiënten (gemiddeld honderden tot enkele duizenden, vergeleken met de tientallen tot enkele honderden bij ‘clinical trials’) zijn de uitkomsten van de onderzoeken bovendien behoorlijk betrouwbaar. Door gebruikers te stimuleren om hun dagboeken beter bij te houden en aanvullende metingen te doen met sensoren, probeert PatientsLikeMe de nauwkeurigheid en waarde verder te vergroten. Zo profiteren patiënten rechtstreeks door contact met lotgenoten, en indirect door de groeiende wetenschappelijke kennis over de behandeling van hun aandoeningen.

PatientsLikeMe heeft plannen om ook naar Europa te komen. Ondertussen wordt het aantal ‘ziekten’ uitgebreid van chronische ernstige aandoeningen naar lichtere zoals griep en hersenschuddingen. Het gaat dus steeds minder om echte patiënten en steeds meer om ‘gezonde’ burgers. PatientsLikeMe verkoopt de gegevens onder andere aan farmaceutische bedrijven waardoor het sociale netwerk voor patiënten gratis blijft. Big Data, zoals het verzamelen en analyseren van grote hoeveelheden data ook wel worden aangeduid, is immers big business.

Toekomstbeeld: nooit meer ziek

Stel je voor hoe de wereld er over twintig jaar uit zou kunnen zien. Sensoren in en om ons lichaam meten voortdurend en ongemerkt essentiële lichaamsfuncties. Nieuwe technieken op het gebied van gezichtsherkenning en  ‘sentiment analysis’ bepalen onze emoties en gemoedstoestand uit onze e-mails, sociale mediaberichten, foto’s en video’s. Zowel lichamelijk als geestelijk worden we voortdurend gemonitord. Die gegevens worden van alle burgers gecombineerd met informatie over de leefomgeving zoals het weer, de luchtkwaliteit en voetbaluitslagen. Overheden slaan alvast wat extra griepvaccin in nu blijkt dat het nationale elftal verloren heeft en er twee dagen van regen aan komen. Marketing is volledig gepersonaliseerd: je krijgt gerichte aanbiedingen op je smartphone: precies dat voedingsproduct en drank die jouw lichaam en geest op dat moment nodig hebben.

De huidige trends en verwachte ontwikkelingen op het gebied van sensoren, data-analyses en kunstmatige intelligentie roepen een toekomstbeeld op waarin we nooit meer ziek hoeven te zijn: we kunnen immers gezond leven en ziektes worden vroegtijdig gedetecteerd en behandeld en de verspreiding ervan effectief gestopt.

Eigen verantwoordelijkheid of coaching?

Maar zoals altijd is er een zwakke schakel in het systeem: de mens zelf. Want tegen beter weten in blijken we uiterst hardnekkig in onze ‘ingesleten’ gewoonten en buitengewoon zwak in het volhouden om langere termijn doelen te bereiken en zeker als er op korte termijn geen merkbare vooruitgang is. En in ons dagelijks leven staan we bloot aan talloze verleidingen en krijgen we te maken met talloze dilemma’s die onze keuze voor bijvoorbeeld een gezonde levensstijl minder eenvoudig maken dan die lijkt.
Ook aan dit punt wordt gewerkt. Diverse partijen waaronder Philips ontwikkelen een digitale coach om mensen te helpen een gezonde levensstijl vol te houden. Er wordt daarvoor onderzoek gedaan (zie o.a. het onderzoeksprogramma Healthy Lifestyle Solutions) naar beïnvloedingstechnieken uit de psychologie die bewezen effect hebben op ons gedrag: door twee opties op een bepaalde manier te presenteren zullen we eerder een gezondere keuze maken en de een laat zich overtuigen met feiten en een wijze meneer in een labjas, de ander wil een persoonlijk verhaal van een lotgenoot horen of in een spiegel zien hoe hij er over twintig jaar uitziet als hij zijn levensstijl niet verandert. Misschien is de arts van de toekomst dus een digitale coach in de vorm van een avatar die voortdurend ons gedrag bijstuurt.

Gelukkiger?

Zal dit ons dan eindelijk helpen om gezond te leven? Worden we er gelukkiger van omdat we nu gericht onze gezondheid kunnen managen en nooit meer ziek hoeven te worden? Of leveren deze ontwikkelingen ons extra stress op: omdat we niet meer ‘onbezorgd’ vrij kunnen leven zonder dat elke ‘misstap’ meteen gedetecteerd wordt? En als we onszelf al niet straffen voor onze misstappen, is het dan onze huisarts, of is het de digitale coach die hem vervangt of is het de zorgverzekeraar of anders onze buurman wiens premie mede bepaald wordt door onze gezamenlijke risicoprofiel? Kortom kunnen we nog wel kunnen we nog wel zelf bepalen hoe we leven (lees hier mijn artikel hierover)? ‘Meten is weten’ maar zoals de Zuid-Afrikaanse dichter Nicolaas van Wyk Louw het in 1935 zei:

om niet te weten – dat is Uw zegen.

Meer (achtergrond)informatie kun je vinden via deze link. Het toekomstbeeld wordt uitgebreid beschreven en gevisualiseerd in het boek Samen slimmer.

Deze blog verscheen bij de tv-uitzending van Labyrint over ‘De Meetbare Mens’, zie Wetenschap 24